Lesgebied

Voor alle rijlessen geldt dat in onderling overleg u in eerste instantie wordt afgehaald vanaf uw adres, maar indien bijzondere omstandigheden - denk aan hartje Amsterdam of een straat met parkeerverbod - dit niet toelaten, wordt gezamenlijk een andere vaste plek afgesproken.
Het werkterrein is Amsterdam, Amstelveen, Badhoevedorp, Diemen én Duivendrecht.


Werkwijze

Een vertrouwde en aangename interactie tussen u en de rijschool heeft doorgaans een positief effect op uw rij opleiding. De gedachtegang is dat elke les zowel inspannend als ontspannend dient te zijn. Inspannend voor wat betreft het stap voor stap aanleren van de vereiste rijvaardigheden……en op een ontspannende manier probeert de rij opleider u tijdens de rijles op uw ‘verkeersgemak’ te stellen. Náást een goede beheersing c.q. bediening van de lesauto staat veiligheid altijd op de eerste plaats in combinatie met een vlotte doorstroming in het verkeer.
Met uw eigen vorderingen - geregistreerd op een instructie resultaten document - als leidraad plus de intensieve begeleiding door uw ervaren rij instructeur, het regelmatig zelfstandig - het zélf oplossen van (eventuele onverwachte en complexe) verkeerssituaties - rijden van CBR examenroutes met behulp van een navigatiesysteem én een Tussentijdse Toets wordt u optimaal voorbereid op het praktijk examen.


Wat wordt tijdens een rijles c.q. rij-opleiding behandeld ?

Afhankelijk van de vorderingen van de leerling wordt altijd de praktijkstof van de voorgaande les(sen) herhaald én getest - de instructeur controleert de onderdelen die een leerling reeds heeft gehad én begeleidt de leerling bij de onderwerpen die nog niet zijn behandeld - waarbij vervolgens de volgende stappen met de leerling in de praktijk worden doorgenomen, geoefend en herhaald aan de hand van zijn / haar instructie resultaten document.

De rij-opleiding bestaat in feite uit 3 fases, te weten

1. de beheersing c.q. bediening van het voertuig (vloeiende bediening van schakelen, sturen, remmen en gas geven)
2. bijzondere verrichtingen (waaronder de omkeer- en parkeeropdracht, de hellingproef, achteruit rijden in een rechte lijn én in een bocht)
3. actieve deelname aan het verkeer en het toepassen van de verkeersvoorschriften waarbij de leerling op een verkeersveilige, vlotte en zelfstandige manier in elke verkeerssituatie tijdig waarneemt, goed voorspelt, vlot evalueert, juist beslist én correct handelt.